In een samenlevingscontract maakt u afspraken met elkaar. Zo kunt u afspraken maken over de financiën, bijvoorbeeld hoe de kosten voor de boodschappen of voor gas, water en licht verdeeld worden. Ook kan er aangegeven worden welke bezittingen en schulden persoonlijk zijn en welke gemeenschappelijk. Gaat u uit elkaar, dan geeft het samenlevingscontract duidelijkheid over de verdeling van deze bezittingen en schulden. Ook kan er worden opgenomen wie er dan in de woning mag blijven wonen.
Overlijdt één van u? Dan heeft u, mits het samenlevingscontract langer dan 6 maanden geleden is opgesteld, recht op dezelfde vrijstelling van erfbelasting als gehuwden (namelijk meer dan € 600.000,-).
Let wel op. Met een samenlevingscontract bent u nog niet automatisch elkaars erfgenaam. Dat betekent dat als u komt te overlijden, uw familie (ouders, broers en/of zussen) uw erfgenamen worden. Indien u dit wilt voorkomen, raden wij aan om ook testamenten op te stellen.
Vanaf 1 januari 2018 is het huwelijksvermogensrecht wettelijk veranderd. U trouwt nu in beperkte gemeenschap van goederen, en dus niet meer in algehele gemeenschap van goederen. Alle persoonlijke bezittingen en schulden die u voor het huwelijk heeft, blijven na het huwelijk van uzelf. Alle gezamenlijke bezittingen en schulden die u voor het huwelijk had en die tijdens het huwelijk ontstaan, komen in de gemeenschap van goederen. Uitgezonderd hiervan zijn schenkingen en erfenissen, deze blijven van u persoonlijk, tenzij anders is aangegeven.
Bent u voor 1 januari 2018 getrouwd, zonder het opstellen van huwelijkse voorwaarden, dan bent u in algehele gemeenschap van goederen getrouwd. Hier is met de invoering van de nieuwe wet niks aan veranderd.
Bovenstaande geldt één op één ook voor het geregistreerd partnerschap.